Jeugd en seniorvakantie
Ben je een jonge werknemer of een werknemer van minstens 50 jaar en heb je onlangs het werk hervat maar beschik je niet over voldoende vakantiedagen, dan heb je misschien recht op jeugdvakantie of seniorvakantie.
Concreet:
- als je je studies pas afgewerkt hebt;
- als je jonger bent dan 25 jaar;
- als je minstens een maand als werknemer gewerkt hebt in de loop van het jaar waarin je je studies hebt beëindigd;
Je kan het volgende jaar jeugdvakantie nemen om je onvolledig recht op vakantie aan te vullen.
De reglementering is van toepassing op zowel arbeiders als bedienden.
Om jeugdvakantie te kunnen nemen, moet de jonge werknemer aan de volgende voorwaarden voldoen :
- de leeftijd van 25 jaar nog niet bereikt hebben op 31 december van het vakantiedienstjaar; (vakantiedienstjaar = het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de werknemer vakantie neemt);
- In de loop van het vakantiedienstjaar je studies beëindigd hebben (met inbegrip van het eindwerk), of je opleiding (alternerend leren, erkende opleiding in het kader van de deeltijdse leerplicht, opleiding erkend door VDAB, ACTIRIS, FOREM of ADG in het kader van een inschakelingstraject);
- na het eind van je studies of opleiding gewerkt hebben als werknemer in de loop van het vakantiedienstjaar gedurende een minimumperiode. De jongere moet gedurende ten minste één maand verbonden zijn door één of meerdere arbeidsovereenkomsten en deze tewerkstelling moet ten minste 13 arbeidsdagen (in de zin van de werkloosheidsreglementering) omvatten. Een tewerkstelling met de vakantieregeling “openbare dienst” of met een uitgestelde bezoldiging (onderwijs) tellen echter niet mee.
Om ze te verkrijgen:
- Na de eerste maand waarin je een dag jeugdvakantie opneemt moet je twee formulieren bij de vakbond indienen:
- het formulier C103 Jeugdvakantie Werknemer dat de werknemer zelf aanvult;
- het formulier C103 Jeugdvakantie Werkgever dat de werkgever invult op dubbel exemplaar.
- Beide formulieren kunnen ten laatste tot februari van het jaar volgend op het vakantiejaar ingediend worden.
- Voor elke maand waarin je jeugdvakantiedagen opneemt, moet je werkgever een elektronische aangifte doen van het aantal uren jeugdvakantie (“aangifte scenario 10”). Hij zal je een geprinte versie van deze aangifte bezorgen.
- Blanco formulieren zijn te verkrijgen bij de plaatselijke werkloosheidsbureaus van de RVA of bij je werkloosheidsdienst.
Concreet moet je:
- een loontrekkende werknemer zijn die onder het toepassingsgebied van de vakantiewetgeving valt;
- met een arbeidsovereenkomst tewerkgesteld zijn (als arbeider of bediende);
- op 31 december van het vakantiedienstjaar minstens 50 jaar zijn;
- in het vakantiedienstjaar volledig werkloos of invalide geweest zijn en om die reden geen recht hebben op de volledige vier weken betaalde vakantie
Rekening houdend met deze voorwaarden, heb je recht op een seniorvakantie-uitkering die ten laste is van de RVA voor elke bijkomende vakantiedag. Deze uitkering wordt als een werkloosheidsuitkering beschouwd; daarom kan de werknemer die werkloos is of een ander statuut heeft dan loontrekkende geen beroep meer doen op de seniorvakantiedagen.
De seniorvakantie-uitkering bedraagt 65% van het gemiddeld dagloon waarop je recht zou hebben op het moment dat je voor het eerst tijdens het vakantiejaar seniorvakantiedagen neemt.
Om van de seniorvakantie-uitkering te genieten, moet je een aanvraag indienen bij je uitbetalingsinstantie uiterlijk op het einde van de maand februari van het jaar dat volgt op het vakantiejaar. Hierbij voeg je het bewijs van seniorvakantie dat jouw werkgever je overhandigt tijdens de maand waarin je in het vakantiejaar voor het eerst seniorvakantiedagen opneemt.