FR
NL


Federaal budget – Geen losse eindjes, maar broodnodige sociale keuzes

30/10/2025

Een opiniestuk van Jef Maes, voormalig federaal secretaris van het ABVV

Aan de vooravond van de grote vakbondsmanifestatie maakte Nahima Lanjri (cd&v) in de Kamer al duidelijk aan minister van Pensioenen Jambon (N-VA) dat zieken niet ook nog eens gediscrimineerd mogen worden door hun pensioen te korten. “Voor cd&v moet die periode volledig moet meetellen. Men kan daar immers niets aan doen, men kiest er niet voor om bijvoorbeeld ALS, MS of kanker te krijgen.” Laten we hopen dat ze werkelijk sprak voor cd&v, en dat haar vicepremier Van Peteghem dit standpunt deze keer wél hard zal maken.

Vorige donderdag in Dilbeek heeft nu ook Conner Rousseau het licht gezien. “Mijn moeder heeft kanker gehad”, zei de Vooruit-Voorzitter tijdens een ‘luistertoer’. “Eén jaar heeft ze niet gewerkt, vier jaar minder. Dat zich dat vertaalt naar haar pensioen ga ik niet aanvaarden.”

Een mens zou zich afvragen wie dat regeerakkoord dan onderhandeld heeft!

Maar goed, in het socialistisch paradijs is er veel vreugde voor wie zich na de grote manifestatie bekeerd heeft. Laten we hopen dat zijn vicepremier Vandenbroucke dit nu ook hard maakt.

Want dat ziekte niet mee zou tellen als gewerkte periode om de pensioenmalus te ontlopen of om na 42 jaar werken op pensioen te kunnen, werd al goedgekeurd in de ministerraad. Maar er komt een ‘tweede lezing’ van het wetsontwerp. Een tweede kans voor de zes grijze mannen die het kernkabinet rijk is.

Ondertussen hebben we minister Jambon wel al kunnen overtuigen dat moederschapsverlof niet laten meetellen vernietigd zou worden door het Europees Hof van Justitie, wegens overduidelijke genderdiscriminatie.

Arbeidsrecht

Iedereen spreekt over de pensioenen. Dat de Arizona-regering minstens even belangrijke maatregelen neemt die de bescherming van de werkende mens verminderen, is veel minder bekend.

Vicepremier Clarinval (MR) overdrijft niet als hij pocht met zijn “liberale revolutie van de arbeidsmarkt”.

Zo zal een werknemer van eind de vijftig die 29 jaar in dezelfde fabriek werkte en ontslagen wordt, het in de toekomst moeten stellen met maximum één jaar opzeggingsvergoeding, en daarna riskeren om na twee jaar werkloosheid ‘van den dop’ te vliegen. Om zich daarna te moeten richten tot het OCMW.

Als hij echter een partner heeft met een inkomen, of als hij te veel gespaard heeft, zal hij zelfs daar geen recht meer hebben op een leefloon. In elk geval zal hij geen sociale rechten en ook geen pensioenrechten meer opbouwen als hij op zijn leeftijd geen ander werk vindt.

Gelukkig is er nog internationale wetgeving die een aantal uitwassen beperkt.

Daar waar België vroeger altijd in Europa en in de wereld voorop liep in sociale wetgeving, wordt het vandaag door die internationale wetgeving dikwijls zelfs ingehaald.

Zo heeft de Raad van State er de regering nu op moeten wijzen dat het afpakken van de premies voor nachtarbeid voor de uren vóór middernacht en na 5 uur ’s morgens voor toekomstige arbeiders in de distributiesector en aanverwante sectoren strijdig is met het Verdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie. Dat voorziet dat premies voor nachtwerk minstens voor zeven opeenvolgende uren gegeven moeten worden.

De Raad van State vindt overigens dat het feit dat nieuwe arbeiders veel minder beloond zouden worden, ertoe leidt dat “de verloning van werknemers met een gelijkaardig profiel, die eenzelfde functie vervullen, sterk uiteenloopt”, en dat de regering dat verschil onvoldoende motiveert.

Idem dito voor de jaarlijkse 360 overuren boven op de 38-urenweek die de regering zou willen invoeren. Voor 240 uren daarvan zouden overigens geen sociale bijdragen betaald moeten worden, waardoor die uren ook niet meer mee zouden tellen voor het pensioen. De Raad van State denkt dat dit botst met de Europese regelgeving. Ook het feit dat de vakbonden niet meer hun akkoord zouden moeten geven voor die overuren, botst volgens de Raad van State met het feit dat daardoor “het beschermingsniveau van het door de Grondwet gewaarborgde recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen” vermindert.

Dit zijn geen ‘losse eindjes’ die nog moeten opgelost worden vooraleer men aan de begrotingsbesprekingen begint. Dit zijn stuk voor stuk sociale keuzes.

Ze werden in het nadeel van de gewone mensen beslecht in het regeerakkoord en in de eerste wetsontwerpen, maar kunnen nog ten goede gekeerd worden.

Voor christendemocraten en socialisten is dit een essentiële opdracht, die ze tot nu onvoldoende volbracht hebben.