De Arizona-regering treft vooral laaggeschoolden en deeltijdswerkenden
18/11/2025
Terwijl de Arizona-regering de aanvallen op ons sociaal model blijft opvoeren, herinnert de analyse van Jef Maes ons aan een essentiële waarheid: wanneer we investeren in de sociale zekerheid, daalt de armoede. Onder de Vivaldi-regering konden dankzij syndicale strijd en de verhoging van de minimumbedragen duizenden gezinnen eindelijk uit de onzekerheid geraken. Maar deze historische vooruitgang wordt vandaag bedreigd door een coalitie die de factuur presenteert aan dezelfde groepen die al het meest onder druk staan: laaggeschoolde werknemers, vrouwen, deeltijdsen en langdurig werklozen. Op basis van een studie van de FOD Sociale Zekerheid hekelt Jef Maes de gevolgen van het Arizona-beleid voor de armoede en, meer specifiek, de zwaardere impact op laaggeschoolden. Een nuttige lectuur om te begrijpen wat er op het spel staat in deze sociale krachtmeting.
Een opiniestuk van Jef Maes, voormalig federaal secretaris van het ABVV
Mag het ook eens goed nieuws zijn? Volgens een recente studie van de FOD Sociale Zekerheid heeft België het bijzonder goed gedaan in de jaren 2019-2024, de jaren van de Vivaldi-regering dus. De armoede nam het meest af van alle Europese landen (-22,3 procent).
Zonder sociale zekerheid zou een op de vier Belgen arm zijn. Dat betekent: minder dan 1.522 euro per maand als alleenstaande, of 2.283 euro voor een koppel zonder kinderen. Dankzij ons sociaal model zakt dat armoedecijfer tot 11,3 procent – het laagste sinds het begin van de metingen, en na Tsjechië het laagste van Europa. Onze sociale zekerheid is daarmee de meest doeltreffende in Europa in het terugdringen van armoede.
“In verhouding tot ons bbp zijn onze sociale uitgaven de voorbije jaren niet sterk gestegen, alleen maar heel eventjes tijdens de coronacrisis”, aldus Natascha Van Mechelen, één van de onderzoekers, in Knack. “Onze sociale uitgaven bleven over die hele periode vrijwel gelijk, maar ze zijn gerichter ingezet op kwetsbare groepen en dat zorgde voor de daling van de armoede.”
Als we de recentste cijfers van Eurostat bekijken, zien we inderdaad dat België in 2022 (laatste cijfers) met 27,6 procent van zijn bbp niet meer uitgeeft aan sociale bescherming dan in de andere Europese eurolanden (27,8 procent). Dat percentage is in België tussen 2012 en 2022 zelfs licht gedaald.
Welvaartsaanpassingen
Hoe komt het dat we dan toch zo’n daling van de armoede meemaken? Dat is ten eerste te wijten aan het feit dat de vakbonden vanaf 2007 – na ettelijke manifestaties – een systeem van welvaartsaanpassingen voor de sociale uitkeringen afdwongen.
Met dat systeem konden ze de minima elke twee jaar met 2 procent verhogen bovenop de index. Ze konden hiermee ook het percentage voor alleenstaanden die langer dan één jaar ziek of werkloos zijn verhogen van 40 naar 55 procent, waardoor zij minder in armoede belanden dan in de buurlanden. Bovendien slaagden ze erin om ook de minimumlonen te verhogen, waardoor de armoede bij werkenden (4,3 procent) slechts half zo hoog ligt als in de rest van Europa (8,2 procent).
In 2019 kwam bovendien de paars-groene Vivaldiregering aan de macht, die de minima verhoogde. Voor de gepensioneerden verhoogde minister van Pensioenen Lalieux (PS) die zelfs met 14 procent bovenop de index. Zoals ik vroeger al schreef: de Vivaldi-regering was voor de sociale zekerheid de beste regering in vijftig jaar.
Betekent dit dat we in het sociaal paradijs leven? Zeker niet! Een werkpunt is zeker het aantal (quasi) jobloze gezinnen. Daar doen we het slecht.
Eén op de vier alleenstaande ouders bevindt zich nog altijd in armoede. De zorg voor de kinderen heeft dikwijls als gevolg dat ze zich maar een deeltijdse job kunnen permitteren. Het zijn net de deeltijdswerkenden, vooral vrouwen, die het meest getroffen worden door de pensioenmalus die de huidige Arizona-regering wil invoeren.
De helft van de werklozen is vandaag al arm. Met de uitsluiting van 180.000 langdurig werklozen, waaronder meer dan 50.000 ouderen, zal dat resultaat in 2026 nog dramatisch verslechteren.
Laaggeschoolden en vrouwen
De besparingen in de werkloosheid en de pensioenen raken vooral de laaggeschoolden, en net zij hebben al bovenmatig te kampen met armoede (24 procent).
Bovendien heeft de sociale zekerheid niet alleen als taak om de armoede te verminderen, maar ook om je levensstandaard te beschermen als je niet meer kan werken. Dat aspect onderzoekt het rapport van de FOD sociale zekerheid spijtig genoeg niet.
Maar uit talrijke Europese studies weten we dat we met onze pensioenen op dat vlak slecht scoren, en dat we met de plannen van deze regering de rol in het Europees peloton definitief zullen moeten lossen.
De pensioenen van de werknemers zullen in verhouding met hun vroeger inkomen 9,2 procent zakken. Die van de ambtenaren met meer dan 12 procent.
Dat is dan nog in de veronderstelling dat de uitkeringen vanaf 2025 tot 2070 opnieuw en ononderbroken aangepast zouden worden aan de welvaart.
Anders dreigt een ramp.