Tatcher had ongelijk, er is altijd een keuze, premier De Wever
22/10/2025
Is het normaal dat de rijkste 1 procent proportioneel twee keer minder belasting betaalt dan het gemiddelde van de belastingplichtigen?
Bert Engelaar is algemeen secretaris van het ABVV, Els Hertogen directeur van 11.11.11, Eva Smets directeur van Oxfam België, Joeri Thijs woordvoerder van Greenpeace België en Ann Vermorgen voorzitter van het ACV.
Zij betogen dat er wel degelijke alternatieven zijn voor de besparingsdrift van De Wever.
Terwijl de regering nieuwe, drastische besparingsmaatregelen voorbereidt die de middenklasse en de meest kwetsbaren zullen treffen, haalt eerste minister Bart De Wever de beroemde uitspraak van Margaret Thatcher aan: “There is no alternative.” Maar zowel de geschiedenis als de economie toont aan dat er wél andere wegen bestaan — eerlijkere en verstandigere wegen.
Door Thatcher te citeren om besparingen te rechtvaardigen, blaast De Wever een slogan uit de jaren 80 nieuw leven in. Een slogan die werd gebruikt om neoliberale beleidslijnen op te leggen die hebben geleid tot een explosie van ongelijkheid en armoede, tot de afbraak van openbare diensten, en tot deregulering in het voordeel van multinationals en de rijksten.
Is dat echt het model dat België wil volgen? Zeggen dat er “geen alternatief” is, getuigt van een gebrek aan visie. En van minachting tegenover al diegenen die werken, zorgen of lesgeven, en die de gevolgen van de besparingen zullen dragen. Op 14 oktober trokken 140.000 mensen door de straten van Brussel om duidelijk te maken dat solidariteit, openbare diensten, klimaat en sociale zekerheid geen afstelbare variabelen zijn. België verdient beter dan ideologische recepten uit de vorige eeuw.
De winst van sociaal beleid
In België lopen 2,1 miljoen mensen het risico op armoede of sociale uitsluiting. Toch kiest de Arizona-regering er vandaag voor om onze pensioenen, onze arbeidstijd, de gezondheidszorg, vrouwen, werkzoekenden, zieken en kwetsbare mensen aan te pakken. De begroting in evenwicht brengen ten koste van de meest kwetsbaren is een bijzonder slecht sociaal en economisch plan.
De mensen met de laagste inkomens beleggen hun geld niet in speculatieve fondsen of fiscale paradijzen. Zij geven het uit aan goederen en diensten, en pompen het zo rechtstreeks terug in de reële economie. Wie deze consumptie ondersteunt, ondersteunt de lokale handel en de tewerkstelling. Door hun inkomens in te krimpen, zoals de regering doet, duwt men mensen richting afgrond. Men dwingt hen om essentiële uitgaven te beperken: verwarming, voeding, kleding. Besparingen verarmen de meest kwetsbaren, maar keren zich uiteindelijk tegen de hele samenleving en economie.
Waarom weigert de regering hardnekkig een eerlijke bijdrage te vragen aan de rijksten? Zij zouden iets minder oppotten, zonder dat hun levensstijl daaronder lijdt. Een progressiever belastingstelsel zou de fiscale rechtvaardigheid én de economische stabiliteit versterken. Is het normaal dat de rijkste 1 procent proportioneel twee keer minder belasting betaalt dan het gemiddelde van de belastingplichtigen? Is het normaal dat belastingfraude en -ontwijking ons 30 miljard euro per jaar kosten?
Tegelijkertijd heeft het Planbureau berekend dat een vermogensbelasting voor miljonairs 4,7 miljard euro aan fiscale inkomsten zou kunnen opleveren. Dat geld investeren in gezondheidszorg, waardige pensioenen, klimaattransitie, internationale solidariteit en sociale bescherming is nooit weggegooid geld. Het is een investering in een veerkrachtigere, evenwichtigere, gezondere en vreedzamere samenleving. Deze sociale dividenden komen iedereen ten goede.
Politieke keuzes
Ondanks deze feiten wil de regering koel en berekend snijden in alle vormen van solidariteit. De aangekondigde besparingen op ontwikkelingssamenwerking zijn daar slechts één voorbeeld van. Ze gaan verder dan een loutere begrotingsoefening: het is een ideologische aanval op een sector die de regering herinnert aan haar internationale engagementen en haar verantwoordelijkheid inzake ontwikkelingssamenwerking en mensenrechten.
Tegelijkertijd besteedt België nog steeds 13 miljard euro per jaar aan subsidies voor fossiele brandstoffen. Hoewel sommige sociale steunmaatregelen moeten worden behouden, komt het grootste deel van deze subsidies ten goede aan vervuilende activiteiten zonder sociale meerwaarde, en vertragen ze de ecologische transitie. Hoe kan men besparingen rechtvaardigen in essentiële sectoren, terwijl men deze schadelijke subsidies in stand houdt die het klimaat en de gezondheid van burgers schaden?
In de voorbije tien jaar is België 19,3 miljard euro aan inkomsten misgelopen waarmee het openbare diensten en sociale zekerheid had kunnen financieren. Tegen 2029 zullen de federale inkomsten naar verwachting nog eens met 7,9 miljard euro dalen. Van de komende budgettaire achteruitgang zal 85 procent te wijten zijn aan de keuzes van Arizona. De regering saboteert dus bewust haar eigen inkomsten om zich vervolgens zorgen te kunnen maken over de hoge overheidsschuld die ze zelf heeft helpen creëren!
Deze situatie is geen noodlot. Als er niets verandert, moeten we de komende jaren rekening houden met een toename van de armoedecijfers. De taak van een regering is niet zich te verschuilen achter slogans uit een ander tijdperk, maar om nieuwe perspectieven en een toekomstvisie te bieden aan de bevolking.
De geschiedenis heeft het aangetoond: Thatcher had ongelijk.
Er is altijd een keuze; de keuze om een einde te maken aan inefficiënte en vervuilende fiscale cadeaus,
de keuze om iedereen naar draagkracht te laten bijdragen,
de keuze om te investeren in de toekomst in plaats van te snijden in gezondheid, onderwijs, sociale voorzieningen, internationale solidariteit en milieu.