Hoe staat het met de Brusselse werkgelegenheid?

Een interview met Florence Lepoivre, Algemeen Secretaris van ABVV-Brussel

Terwijl het debat over de beperking van de werkloosheidsuitkeringen en de aanvallen op sociale rechten in alle hevigheid woeden, werpt Florence Lepoivre, algemeen secretaris van ABVV-Brussel, een blik op twee recente studies: het arbeidsmarktrapport van view.brussels[1] en het sociaal-economisch overzicht van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van het BISA[2].

De meest recente gegevens over de Brusselse arbeidsmarkt en de sociaaleconomische situatie lijken positief. Ben jij dezelfde mening toegedaan?

View.brussels stelt vast dat het aandeel werklozen de afgelopen vijf jaar met 11,4% is gedaald, terwijl het aandeel werkenden met 13,7% is gestegen. Dat is zeker goed nieuws, vooral gezien het aantal Brusselaars sinds 2000 met bijna 30% is toegenomen en het Brussels Gewest in 2023 meer dan 1,2 miljoen inwoners telt.

Ook het BISA bevestigt dat het aantal werkenden nog nooit zo hoog is geweest, met een werkgelegenheidsgraad van 60,6% in 2024, wat als ongezien in de afgelopen 40 jaar wordt beschouwd.

Paradoxaal genoeg toont het IBSA ook aan dat het aantal werkzoekenden is toegenomen, voornamelijk als gevolg van de wijzigingen in de inschrijvingsprocedures voor leefloners als werkzoekenden.

Deze cijfers wijzen op een dubbele uitdaging: de positieve dynamiek behouden en tegelijkertijd de noden van de meest kwetsbare personen op de arbeidsmarkt aanpakken.

Is het gelet op de hogere werkgelegenheid dan niet contraproductief om de werkloosheidsuitkeringen te beperken in de tijd?

Zeker weten. De aanvallen op de rechten van werklozen, zoals verscherpte sancties, degressiviteit van de uitkeringsbedragen en de beperkingen op de toegang tot uitkeringen, zijn de afgelopen jaren alleen maar toegenomen.

Met de MR en de N-VA is de toekomstige federale regering duidelijk van plan het Belgische systeem van werkloosheidsuitkeringen, en meer in het algemeen de sociale zekerheid, verder af te bouwen.

Toch tonen alle studies (UCL, RVA, IRES, OESO,…) aan dat deze maatregelen niet bijdragen aan een terugkeer naar werk, maar juist de kwetsbaarheid en armoede vergroten, in de eerste plaats bij jongeren, vrouwen en oudere werknemers

Een concreet voorbeeld: na de invoering van de beperkingen in de tijd van de inschakelingsuitkeringen in 2015 vond 77% van wie uitgesloten werd geen werk, en twee derde van hen waren vrouwen. Deze cijfers tonen duidelijk aan dat dergelijke beleidsmaatregelen niet lonen.

Bij het ABVV hebben we herhaaldelijk benadrukt dat de beperking van werkloosheidsuitkeringen in de tijd uitermate onrechtvaardig en ineffectief is. Het treft vooral langdurig werklozen die vaak het verst van de arbeidsmarkt af staan.

In Brussel is meer dan de helft van deze mensen ouder dan 50 jaar, wat hun kansen om weer aan het werk te gaan nog verkleint.

In 2023 waren 140.000 mensen al langer dan twee jaar werkloos, en meer dan de helft zat al meer dan vijf jaar zonder werk. Denken dat hun uitkeringen stopzetten hen zal helpen een baan te vinden, is absurd.

Uit een studie van Dulbea blijkt dat slechts 26,3% van de getroffen werklozen in Brussel opnieuw aan werk zou geraken. Deze maatregel vergroot alleen maar de armoede, belast de OCMW’s nog verder en verslechtert de arbeidsomstandigheden voor alle werknemers.

Als deze aanvallen op sociale rechten hun doel niet raken, wat is dan het echte doel?

Als het doel is om geld te besparen, kan ik op een blaadje meegeven dat deze maatregel dat zeker niet zal doen! Werkloosheidsuitkeringen vormen slechts ongeveer 3% van het totale budget van de sociale zekerheid. Het is dus hoog tijd om de fabel te ontkrachten dat werklozen te veel kosten aan de overheidsfinanciën!

Het echte doel van de toekomstige regering is duidelijk: werknemers verzwakken en hen dwingen om precaire jobs te aanvaarden. Het is een strategie om de lonen en arbeidsvoorwaarden onder druk te zetten, en dit is vooral in het voordeel van de werkgevers die op zoek zijn naar goedkope arbeidskrachten.

De cijfers spreken voor zich: tussen 2009 en 2019 was 65% van de gecreëerde jobs in Brussel precair, zoals onvrijwillig deeltijds werk, tijdelijke contracten en schijnzelfstandigheid. Deze precaire jobs treffen vooral reeds gediscrimineerde of kwetsbare groepen: vrouwen, jongeren en mensen met een migratieachtergrond.

Welke hefbomen moeten worden ingezet om de werkgelegenheid in Brussel te verbeteren?

Het is hoog tijd om te stoppen met het stigmatiseren van werklozen en om de echte oorzaken van de problemen op de arbeidsmarkt aan te pakken. Verarming van een deel van de bevolking leidt niet tot een rechtvaardigere samenleving.

Bij het ABVV pleiten we voor een tewerkstellingsbeleid dat sociale rechten versterkt, investeert in mensen, en werkgevers responsabiliseert. Een sterke economie is gebaseerd op werknemersrespect en constructieve sociale dialoog.

In Brussel is de uitdaging des te groter, aangezien bijna de helft van de langdurig werklozen ouder is dan 50 jaar. Deze mensen, die al kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt, zullen bijzonder zwaar getroffen worden door de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, terwijl zij juist minder kans hebben om opnieuw werk te vinden.

Een andere belangrijke hefboom is het vereenvoudigen en toegankelijk maken van de erkenning van buitenlandse diploma’s. In maart 2023 bevond 43,5% van de werkzoekenden die bij Actiris waren ingeschreven zich in de categorie “buitenlander zonder gelijkwaardigheidserkenning”, wat neerkomt op ongeveer 38.300 personen. Zij hebben vaak een opleiding genoten, maar ze stuiten op administratieve en financiële hindernissen waardoor hun vaardigheden niet worden erkend. Zo loopt de arbeidsmarkt getalenteerde werknemers mis.

Massale investeringen in opleiding en persoonlijke begeleiding moeten prioritair blijven om zo duurzame beroepsinschakeling te stimuleren. In Brussel wordt 64,9% van de banen ingevuld door mensen met een diploma hoger onderwijs, wat wijst op een hooggekwalificeerde economie die sterk is gericht op diensten. Kortgeschoolde functies vertegenwoordigen nog slechts één op de tien banen in Brussel. Toch hadden in 2023 ongeveer 16.500 werkzoekenden enkel een diploma van het lager secundair onderwijs.

Tot slot moeten we de Brusselse werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen. Dit omvat onder meer dat ze hun vacatures verplicht bij Actiris moeten melden, zodat knelpuntfuncties beter in kaart kunnen worden gebracht en er meer transparantie komt over de kansen en de kwaliteit van de aangeboden banen. Dit houdt ook in dat zij hun opleidingsplichten nakomen, zodat de vaardigheden van de werknemers worden verbeterd en hun werkzekerheid toeneemt. Daarnaast moeten we de creatie van kwalitatieve banen stimuleren, vooral voor gediscrimineerde of kwetsbare doelgroepen. Ook moeten we definiëren wat we verstaan onder ‘kwalitatieve tewerkstelling’, en de steun aan bedrijven hiervan afhankelijk maken. Ten slotte moeten we intensiever strijden tegen discriminatie op de arbeidsmarkt.

Al deze maatregelen kunnen de Brusselse arbeidsmarkt daadwerkelijk transformeren, zodat die inclusiever, rechtvaardiger en duurzamer wordt.

Laat de kwaliteit van de tewerkstelling in Brussel te wensen over?

De cijfers spreken voor zich… Tussen 2009 en 2019 was 65% van de gecreëerde banen precair: opgedrongen deeltijdwerk, tijdelijke contracten, uitzendwerk, schijnzelfstandigheid of zwartwerk. Groepen die al te maken krijgen met discriminatie, vinden we verhoudingsgewijs veel meer terug in dit soort precaire banen: 90% van de laagopgeleide jonge vrouwen heeft een precaire baan in Brussel, en 53% van de jongeren tussen 15 en 24 jaar is aan het werk met een tijdelijk contract.

Volgens cijfers van view.brussels had 14,6% van de Brusselse werknemers in 2023 een tijdelijke baan, een hoger percentage dan in Wallonië en Vlaanderen. Voor vrouwen loopt dit cijfer zelfs op tot 15,6%. In Wallonië betreft slechts een derde van de vacatures een vaste arbeidsovereenkomst, in Vlaanderen is dat nog geen 39%. In Brussel gaat 50% van de vacatures over een vaste overeenkomst, maar meer dan een derde betreft uitzendwerk, wat de werkonzekerheid verder verhoogt.

Met welke belemmeringen worden Brusselse werkzoekenden geconfronteerd?

Naast problemen met discriminatie of te hoge eisen bij de aanwerving van sommige werkgevers, blijven diploma’s een groot probleem. Laaggeschoolde werkzoekenden hebben vandaag de dag moeite om hun plaats te vinden op de Brusselse arbeidsmarkt.

Hoewel het aandeel laagopgeleide werkzoekenden de afgelopen tien jaar continu is gedaald (van 65,9% in 2013 naar 61,7% in 2023), blijft deze groep sterk oververtegenwoordigd. Hun uitstroompercentage naar werk blijft bijzonder laag, wat hun uitsluiting versterkt.

Daarom moet er massaal worden geïnvesteerd in persoonlijke begeleiding zodat deze werknemers de vaardigheden verwerven die de Brusselse arbeidsmarkt vraagt. Er zijn gerichte initiatieven nodig om mensen te helpen zich aan te passen aan de eisen van de voortdurend veranderende arbeidsmarkt.

Daarnaast moeten deze inspanningen deel uitmaken van een globale strategie die zowel de erkenning van bestaande competenties als de toegang tot aangepaste opleidingsprogramma’s omvat. Alleen zo kunnen we structurele barrières op de arbeidsmarkt wegnemen, en ook de meest kwetsbare doelgroepen kansen geven.


[1] het Brussels Observatorium voor werkgelegenheid en opleidingen

[2] Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse perspective.brussels

Meer dan 30.000 mensen zeggen NEE tegen de Arizona-plannen voor onze pensioenen!

Op maandag 13 januari stapten meer dan 30.000 mensen door de straten van Brussel om onze pensioenen te verdedigen tegen de aanvallen van de onderhandelaars van de toekomstige federale regering. De voorstellen die nu op tafel liggen vormen een ernstige bedreiging voor het recht op een waardig pensioen voor iedereen. De Wever en Bouchez willen 3 miljard euro weghalen bij onze pensioenen.

Voor ons is dit uit den boze! Onder de slogan “NEEN tegen de pensioenaanvallen van De Wever en Bouchez” hebben we een duidelijke en vastberaden boodschap verstuurd: er is geen sprake van dat we onze zwaarbevochten rechten opofferen op het altaar van de bezuinigingen.

Deze massale mobilisatie liet zien dat werknemers, jong en oud, deze oneerlijke en destructieve hervormingen afwijzen. Samen hebben we sociaal beleid geëist dat de solidariteit versterkt, en eerlijke en waardige pensioenen garandeert.

Dank aan iedereen die onze stem heeft laten horen! ✊ De strijd gaat door!

13.01.25-pension-FGTBBXL-C.Lepoivre-33

Wat veranderd in 2025?

Een indexering, overgedragen vakantiedagen opnemen, hogere elektriciteitstarieven, uitbreiding pleegouder en adoptieverlof, supplementen bij de dokter of tandarts … Wat is er nieuw in 2025 op het vlak van koopkracht, mobiliteit, gezondheid, sociaal beleid en sociale rechten? 

Tijdelijke werkloosheid gaat digitaal

Vanaf 2025 kan je het aanvraagformulier tijdelijke werkloosheid digitaal ondertekenen. De controlekaart om uitkeringen te ontvangen gaat volledig digitaal. 

Meer info op de website van het ABVV

Hogere pensioenleeftijd, strengere voorwaarden minimumpensioen

Op 1 januari 2025 gaat de wettelijke pensioenleeftijd naar 66 jaar, de nieuwe pensioenbonus treedt in voege, de toegangsvoorwaarden voor het minimumpensioen verstrengen en er komt een inkomensgrens voor gepensioneerden met flexi-job. 

Lees op de website van het ABVV de belangrijkste pensioenveranderingen 

Indexering van loon of uitkering

In januari worden dankzij de automatische indexering de lonen van een pak werknemers aangepast aan de inflatie, de stijgende prijzen. Voor de horecasector, voedingsindustrie, transport, internationale handel en logistiek zou het brutoloon met 3,57% verhogen. In paritair comité 200, met een half miljoen bedienden in callcenters, uitzendkantoren, ICT, consultancy, reisagentschappen, studiebureaus, reclamebureaus, grafische nijverheid, bouwbedrijven, groothandel … wordt eenzelfde indexering verwacht al moet het indexcijfer van december nog afgeklopt worden. 

Het Federaal Planbureau verwacht dat door de stijgende prijzen de volgende spilindex in januari 2025 bereikt zal worden. Dankzij ons uniek systeem van automatische indexering zouden de uitkeringen vervolgens in februari met 2% verhogen zodat ook wie aangewezen is op een uitkering z’n koopkracht behoudt. De lonen in de overheidssector en de social profit zouden dan volgen in maart. 

Einde bevriezing maximumtarieven en ereloonsupplementen

In 2025 stopt de bevriezing van de maximumtarieven van ereloonsupplementen in ziekenhuizen. Dit betekent dat ziekenhuizen en artsen weer ereloonsupplementen kunnen aanrekenen aan patiënten die aan hun ziekenhuisbed zitten gekluisterd.

Het ABVV betreurt dit. De bevriezing beschermde patiënten tegen hoge facturen én artsen tegen hogere afdrachten aan het ziekenhuis. Natuurlijk zijn er nog steeds wettelijk afgesproken tarieven, maar in bepaalde omstandigheden mogen ziekenhuizen kamersupplementen aanrekenen en artsen ereloonsupplementen. Dit jaagt patiënten nodeloos op kosten. De overheid zou de ziekenhuizen beter en direct moeten financieren zodat ze niet afhangen van de afdrachten van artsen, die artsen eerst aanrekenen aan de patiënt. 

Verbod op supplementen bij arts en tandarts

Het is verboden voor verpleegkundigen, vroedvrouwen, kinesitherapeuten en paramedici zoals logopedisten om sociaal en financieel kwetsbare patiënten supplementen aan te rekenen. Vanaf 2025 wordt dit verbod uitgebreid naar artsen en tandartsen. Een goede zaak: het biedt zekerheid en betaalbare zorg aan mensen die het niet breed hebben en beroep doen op een tandarts of een arts zonder opgenomen te zijn in een ziekenhuis.

Bij de artsen:

Bij de tandartsen:

Overgedragen vakantiedagen opnemen

In 2025 kan je de jaarlijkse vakantiedagen inplannen die je in 2024 niet kon opnemen, omwille van een arbeidsongeval, ziekte, moederschapsrust of vaderschapsverlof, geboorteverlof, adoptieverlof of pleegouder- of pleegzorgverlof, én overgedragen hebt.

Vroeger was het zo dat wanneer je als werknemer ziek werd tijdens je vakantie, je die vakantiedagen niet kon behouden en kwijtspeelde. Dat is op 1 januari 2024 veranderd. Wanneer je ziek wordt tijdens je wettelijke vakantie kan je, onder bepaalde voorwaarden, je vakantiedagen behouden om deze later op te nemen. Je kan wettelijke vakantiedagen ook overdragen wanneer je ze niet kon opnemen door langdurige arbeidsongeschiktheid zoals moederschapsrust of geboorteverlof ea. Zo behoudt iedereen het recht op vier weken vakantie per jaar. 

Meer info in dit artikel op de website van het ABVV 

Maandelijkse uitbetaling geboorteverlof

Vanaf 1 januari 2025 zal jouw ziekenfonds maandelijks je geboorteverlofuitkering betalen in plaats van aan het einde van de verlofperiode. Je werkgever zal vanaf 2025 dus maandelijkse de informatie ter zake moeten doorgeven.

De geboorte van een kind geeft recht op 20 dagen geboorteverlof voor de vader of meemoeder. De eerste 3 dagen ontvang je jouw gewoon loon. De resterende 17 dagen ontvang je een uitkering van jouw ziekenfonds. Je kiest zelf wanneer je die 17 dagen opneemt, maar dat moet wel binnen de 4 maanden volgend op de geboorte. Tot nu toe betaalde je ziekenfonds maar uitkeringen wanneer alle dagen opgenomen waren of wanneer de periode van 4 maanden voorbij was. Want dan pas werd de aangifte verstuurd door je werkgever. Vanaf nu gebeurt dit allemaal maandelijks.

Uitbreiding pleegouder en adoptieverlof

Vraag je adoptie- of pleegouderverlof ten vroegste aan op 1 januari 2025 én start dat verlof ook ten vroegste op 1 januari 2025, dan heb je recht op een extra week in vergelijking met dit jaar. Deze extra week wordt toegevoegd aan het ‘bijkomend krediet’, te verdelen onder de adoptie- of pleegouders. 

Adoptieverlof en pleegouderverlof bestaan uit twee delen: 

Dit bijkomend krediet verhoogde op 1 januari 2023 naar 3 weken, en nu op 1 januari 2025 verhoogt het dus naar vier weken. Op 1 januari 2027 verhoogt het naar vijf weken.

Gemeenten zien federale steun voor aanvullende financiële hulp wegvallen

Lokale OCMW’s hebben als taak te waarborgen dat de burgers in hun gemeente een leven kunnen leiden dat voldoet aan de menselijke waardigheid. De maatschappelijk werkers kunnen berekenen of mensen ook aanvullende financiële steun nodig hebben, los van een leefloon of andere ondersteuning. Wie dergelijke aanvullende financiële steun toegewezen krijgt, verbindt er zich toe een sociaal of professioneel activeringstraject te volgen.

Meer dan 7 op 10 OCMW’s maakten hiervoor gebruik van federale subsidies. Grote steden zoals Antwerpen en Luik ontvingen hiervoor meer dan 2 miljoen euro steun, Charleroi en Brussel anderhalf miljoen, Gent meer dan 1 miljoen. Deze steun loopt eind 2024 af. De vraag is maar of OCMW’s en dus de steden en gemeenten, gezien hun doorgaans precaire financiële situatie, met eigen middelen deze aanvullende financiële hulp kunnen blijven voorzien. De kans bestaat dus dat deze hulp daalt of niet meer wordt toegekend. Daarom moet een nieuw federaal akkoord deze steun structureel maken. Zo is er geen terugval in sociale bescherming van mensen én kan de steun ook geharmoniseerd en geobjectiveerd worden. 


Treintickets duurder vanaf februari

De prijs voor treintickets zal op 1 februari 2025 geïndexeerd worden en dus opnieuw stijgen. De tarieven van de tickets (Standard, Recht op verhoogde tegemoetkoming, Senior en Youth, Weekend Ticket, Local Multi, Youth Multi, Standard Multi) in tweede klas zullen 2,91% meer kosten. De tarieven van de abonnementen (Standard, Flex, Halftijds en Student) gaan met 3,03% omhoog. Voor wie met de trein naar het werk gaat en een derdebetalersregeling heeft, verandert er niks. Wie geen derdebetalersregeling heeft om met de trein te pendelen naar en van het werk, zal iets meer betalen.

Later op het jaar zal de NMBS een volledig nieuw tariefbeleid invoeren en het senioren- en jongerenticket zal in de loop van 2025 afgeschaft worden. In de plaats daarvan zal de NMBS met kortingen werken, maar het is nog onduidelijk wat de concrete impact zal zijn op jongeren en senioren. We voerden al meermaals actie om onze ongerustheid te uiten en volgen van nabij op wat dit zal betekenen voor de prijs van een treinticket voor jongeren en senioren.

Hogere tarieven elektriciteit

Op 1 januari 2025 verhogen de tarieven van netbeheerder Elia voor de transmissie van elektriciteit, de hoogspanningsmasten. Dit heeft betrekking op slechts zo’n 3% van onze energiefactuur, maar de prijs stijgt van 12,14 euro per MWh in 2024 naar 21,55 euro per MWh in 2025. Volgens berekeningen zou dit betekenen dat een gemiddeld gezin 40 euro meer moet betalen per jaar.

Binnen de adviesraad van de CREG, de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, was er van vakbonden en werkgevers een advies om deze kostenverhoging niet door te voeren. De regering volgde dat advies echter niet, en laat Elia de tarieven verhogen. Een reden te meer om die netbeheerder volledig te nationaliseren.

Sluitingsvergoeding uitgebreid 

Het ‘Fonds tot vergoeding van de in geval van Sluiting van Ondernemingen ontslagen werknemers’ (FSO) vergoedt werknemers die getroffen zijn door de sluiting van hun onderneming. Tot nu toe waren ondernemingen zonder handels- of industriële finaliteit hiervan uitgesloten. Dat verandert. 

In geval van sluiting vanaf 1 januari 2025 is er ook een sluitingsvergoeding verschuldigd aan werknemers van ondernemingen zonder handels- of industriële finaliteit

Meer info over de sluitingsvergoeding vind je hier op de RVA-website 

Jaarlijkse berekening drempel klokkenluiders

Bedrijven met meer dan 50 werknemers zijn verplicht om een procedure, een meldkanaal en een opvolging op te stellen zodat werknemers bepaalde inbreuken op het recht van de Europese Unie in een werkgerelateerde context kunnen melden. Klokkenluiders, werknemers die deze inbreuken melden, worden beschermd tegen represailles. 

Vanaf 2025 wordt de drempel van 50 werknemers jaarlijks berekend. 

Meer info? Zie de ABVV-brochure ‘Klokkenluiders’ 

Duurdere Vlaamse dienstencheques 

Voor elke dienstencheque die wordt aangekocht in Vlaanderen vanaf 1 januari 2025 zal je 1 euro bijbetalen en geniet je niet langer van een fiscaal voordeel. Concreet: vanaf januari kost een dienstencheque 10 euro in plaats van 9 euro en het belastingvoordeel, goed voor 1,8 euro, valt weg. 

De prijsstijging van 1 euro moet integraal worden ingezet om de loons- en arbeidsvoorwaarden van de huishoudhulpen te verbeteren. De Vlaamse regering maakte eerder deze belofte. Wij als vakbond blijven hen daar aan herinneren tot het zo ver is. De loon- en arbeidsvoorwaarden van de huishoudhulpen worden nu onderhandeld in het daartoe bevoegde paritaire comité en vastgelegd in een cao. Dit sectoraal akkoord is noodzakelijk opdat de loons- en arbeidsvoorwaarden kunnen worden versterkt. 

Strijd tegen sociale dumping

Vanaf 2025 kunnen onderaannemers in de bouw, de vleesverwerkende industrie en de verhuissector hun opdrachten niet meer volledig toevertrouwen aan een andere onderaannemer. Specifiek voor de verhuissector zal de onderaannemingsketen beperkt worden tot maximaal 3 niveaus.

In Vlaanderen geldt vanaf 1 januari 2025 ook ketenaansprakelijkheid met meer verplichtingen voor aannemers tegen illegale tewerkstelling van derdelanders. 

Het ABVV, dat al jarenlang sociale dumping bestrijdt, juicht toe dat de ketens van onderaanneming worden aangepakt. Wij blijven echter een effectieve hoofdelijke aansprakelijkheid eisen voor de gehele onderaannemingsketen.

Digitale controlekaart tijdelijke werkloosheid verplicht vanaf 2025

Wie op tijdelijke werkloosheid wordt gezet, kan vanaf 2025 de controlekaart om uitkeringen te krijgen enkel nog digitaal invullen. De papieren controlekaart wordt afgeschaft. De nieuwe elektronische controlekaart tijdelijke werkloosheid, eC3.2 genaamd, bestaat in een pc-versie of in een app-versie beschikbaar voor de smartphone.

Aanvraagformulier tijdelijke werkloosheid digitaal ondertekenen 

Zet je werkgever jou op tijdelijke werkloosheid, dan moet hij dit aangeven. Jij moet je uitbetalingsinstelling, het ABVV, informeren zodat er een dossier kan opgesteld worden. Dat hoeft niet bij het begin van elke tijdelijke werkloosheid maar wel wanneer:

Nieuw in 2025 is dat je dit helemaal online kan doen. Je brengt het ABVV op de hoogte via het contactformulier binnen Mijn ABVV, je online ABVV-dossier. Daarop sturen ABVV-medewerkers jou een vooraf ingevuld document door dat je nakijkt en digitaal ondertekent. Het ABVV volgt vanaf dan je dossier op en brengt het verder in orde.

Geen administratie, geen onnodige verplaatsing of afdrukken meer nodig.