Hoe staat het met de Brusselse werkgelegenheid?

16/01/2025
Een interview met Florence Lepoivre, Algemeen Secretaris van ABVV-Brussel
Terwijl het debat over de beperking van de werkloosheidsuitkeringen en de aanvallen op sociale rechten in alle hevigheid woeden, werpt Florence Lepoivre, algemeen secretaris van ABVV-Brussel, een blik op twee recente studies: het arbeidsmarktrapport van view.brussels[1] en het sociaal-economisch overzicht van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van het BISA[2].
De meest recente gegevens over de Brusselse arbeidsmarkt en de sociaaleconomische situatie lijken positief. Ben jij dezelfde mening toegedaan?
View.brussels stelt vast dat het aandeel werklozen de afgelopen vijf jaar met 11,4% is gedaald, terwijl het aandeel werkenden met 13,7% is gestegen. Dat is zeker goed nieuws, vooral gezien het aantal Brusselaars sinds 2000 met bijna 30% is toegenomen en het Brussels Gewest in 2023 meer dan 1,2 miljoen inwoners telt.
Ook het BISA bevestigt dat het aantal werkenden nog nooit zo hoog is geweest, met een werkgelegenheidsgraad van 60,6% in 2024, wat als ongezien in de afgelopen 40 jaar wordt beschouwd.
Paradoxaal genoeg toont het IBSA ook aan dat het aantal werkzoekenden is toegenomen, voornamelijk als gevolg van de wijzigingen in de inschrijvingsprocedures voor leefloners als werkzoekenden.
Deze cijfers wijzen op een dubbele uitdaging: de positieve dynamiek behouden en tegelijkertijd de noden van de meest kwetsbare personen op de arbeidsmarkt aanpakken.
Is het gelet op de hogere werkgelegenheid dan niet contraproductief om de werkloosheidsuitkeringen te beperken in de tijd?
Zeker weten. De aanvallen op de rechten van werklozen, zoals verscherpte sancties, degressiviteit van de uitkeringsbedragen en de beperkingen op de toegang tot uitkeringen, zijn de afgelopen jaren alleen maar toegenomen.
Met de MR en de N-VA is de toekomstige federale regering duidelijk van plan het Belgische systeem van werkloosheidsuitkeringen, en meer in het algemeen de sociale zekerheid, verder af te bouwen.
Toch tonen alle studies (UCL, RVA, IRES, OESO,…) aan dat deze maatregelen niet bijdragen aan een terugkeer naar werk, maar juist de kwetsbaarheid en armoede vergroten, in de eerste plaats bij jongeren, vrouwen en oudere werknemers
Een concreet voorbeeld: na de invoering van de beperkingen in de tijd van de inschakelingsuitkeringen in 2015 vond 77% van wie uitgesloten werd geen werk, en twee derde van hen waren vrouwen. Deze cijfers tonen duidelijk aan dat dergelijke beleidsmaatregelen niet lonen.
Bij het ABVV hebben we herhaaldelijk benadrukt dat de beperking van werkloosheidsuitkeringen in de tijd uitermate onrechtvaardig en ineffectief is. Het treft vooral langdurig werklozen die vaak het verst van de arbeidsmarkt af staan.
In Brussel is meer dan de helft van deze mensen ouder dan 50 jaar, wat hun kansen om weer aan het werk te gaan nog verkleint.
In 2023 waren 140.000 mensen al langer dan twee jaar werkloos, en meer dan de helft zat al meer dan vijf jaar zonder werk. Denken dat hun uitkeringen stopzetten hen zal helpen een baan te vinden, is absurd.
Uit een studie van Dulbea blijkt dat slechts 26,3% van de getroffen werklozen in Brussel opnieuw aan werk zou geraken. Deze maatregel vergroot alleen maar de armoede, belast de OCMW’s nog verder en verslechtert de arbeidsomstandigheden voor alle werknemers.
Als deze aanvallen op sociale rechten hun doel niet raken, wat is dan het echte doel?
Als het doel is om geld te besparen, kan ik op een blaadje meegeven dat deze maatregel dat zeker niet zal doen! Werkloosheidsuitkeringen vormen slechts ongeveer 3% van het totale budget van de sociale zekerheid. Het is dus hoog tijd om de fabel te ontkrachten dat werklozen te veel kosten aan de overheidsfinanciën!
Het echte doel van de toekomstige regering is duidelijk: werknemers verzwakken en hen dwingen om precaire jobs te aanvaarden. Het is een strategie om de lonen en arbeidsvoorwaarden onder druk te zetten, en dit is vooral in het voordeel van de werkgevers die op zoek zijn naar goedkope arbeidskrachten.
De cijfers spreken voor zich: tussen 2009 en 2019 was 65% van de gecreëerde jobs in Brussel precair, zoals onvrijwillig deeltijds werk, tijdelijke contracten en schijnzelfstandigheid. Deze precaire jobs treffen vooral reeds gediscrimineerde of kwetsbare groepen: vrouwen, jongeren en mensen met een migratieachtergrond.
Welke hefbomen moeten worden ingezet om de werkgelegenheid in Brussel te verbeteren?
Het is hoog tijd om te stoppen met het stigmatiseren van werklozen en om de echte oorzaken van de problemen op de arbeidsmarkt aan te pakken. Verarming van een deel van de bevolking leidt niet tot een rechtvaardigere samenleving.
Bij het ABVV pleiten we voor een tewerkstellingsbeleid dat sociale rechten versterkt, investeert in mensen, en werkgevers responsabiliseert. Een sterke economie is gebaseerd op werknemersrespect en constructieve sociale dialoog.
In Brussel is de uitdaging des te groter, aangezien bijna de helft van de langdurig werklozen ouder is dan 50 jaar. Deze mensen, die al kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt, zullen bijzonder zwaar getroffen worden door de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, terwijl zij juist minder kans hebben om opnieuw werk te vinden.
Een andere belangrijke hefboom is het vereenvoudigen en toegankelijk maken van de erkenning van buitenlandse diploma’s. In maart 2023 bevond 43,5% van de werkzoekenden die bij Actiris waren ingeschreven zich in de categorie “buitenlander zonder gelijkwaardigheidserkenning”, wat neerkomt op ongeveer 38.300 personen. Zij hebben vaak een opleiding genoten, maar ze stuiten op administratieve en financiële hindernissen waardoor hun vaardigheden niet worden erkend. Zo loopt de arbeidsmarkt getalenteerde werknemers mis.
Massale investeringen in opleiding en persoonlijke begeleiding moeten prioritair blijven om zo duurzame beroepsinschakeling te stimuleren. In Brussel wordt 64,9% van de banen ingevuld door mensen met een diploma hoger onderwijs, wat wijst op een hooggekwalificeerde economie die sterk is gericht op diensten. Kortgeschoolde functies vertegenwoordigen nog slechts één op de tien banen in Brussel. Toch hadden in 2023 ongeveer 16.500 werkzoekenden enkel een diploma van het lager secundair onderwijs.
Tot slot moeten we de Brusselse werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen. Dit omvat onder meer dat ze hun vacatures verplicht bij Actiris moeten melden, zodat knelpuntfuncties beter in kaart kunnen worden gebracht en er meer transparantie komt over de kansen en de kwaliteit van de aangeboden banen. Dit houdt ook in dat zij hun opleidingsplichten nakomen, zodat de vaardigheden van de werknemers worden verbeterd en hun werkzekerheid toeneemt. Daarnaast moeten we de creatie van kwalitatieve banen stimuleren, vooral voor gediscrimineerde of kwetsbare doelgroepen. Ook moeten we definiëren wat we verstaan onder ‘kwalitatieve tewerkstelling’, en de steun aan bedrijven hiervan afhankelijk maken. Ten slotte moeten we intensiever strijden tegen discriminatie op de arbeidsmarkt.
Al deze maatregelen kunnen de Brusselse arbeidsmarkt daadwerkelijk transformeren, zodat die inclusiever, rechtvaardiger en duurzamer wordt.
Laat de kwaliteit van de tewerkstelling in Brussel te wensen over?
De cijfers spreken voor zich… Tussen 2009 en 2019 was 65% van de gecreëerde banen precair: opgedrongen deeltijdwerk, tijdelijke contracten, uitzendwerk, schijnzelfstandigheid of zwartwerk. Groepen die al te maken krijgen met discriminatie, vinden we verhoudingsgewijs veel meer terug in dit soort precaire banen: 90% van de laagopgeleide jonge vrouwen heeft een precaire baan in Brussel, en 53% van de jongeren tussen 15 en 24 jaar is aan het werk met een tijdelijk contract.
Volgens cijfers van view.brussels had 14,6% van de Brusselse werknemers in 2023 een tijdelijke baan, een hoger percentage dan in Wallonië en Vlaanderen. Voor vrouwen loopt dit cijfer zelfs op tot 15,6%. In Wallonië betreft slechts een derde van de vacatures een vaste arbeidsovereenkomst, in Vlaanderen is dat nog geen 39%. In Brussel gaat 50% van de vacatures over een vaste overeenkomst, maar meer dan een derde betreft uitzendwerk, wat de werkonzekerheid verder verhoogt.
Met welke belemmeringen worden Brusselse werkzoekenden geconfronteerd?
Naast problemen met discriminatie of te hoge eisen bij de aanwerving van sommige werkgevers, blijven diploma’s een groot probleem. Laaggeschoolde werkzoekenden hebben vandaag de dag moeite om hun plaats te vinden op de Brusselse arbeidsmarkt.
Hoewel het aandeel laagopgeleide werkzoekenden de afgelopen tien jaar continu is gedaald (van 65,9% in 2013 naar 61,7% in 2023), blijft deze groep sterk oververtegenwoordigd. Hun uitstroompercentage naar werk blijft bijzonder laag, wat hun uitsluiting versterkt.
Daarom moet er massaal worden geïnvesteerd in persoonlijke begeleiding zodat deze werknemers de vaardigheden verwerven die de Brusselse arbeidsmarkt vraagt. Er zijn gerichte initiatieven nodig om mensen te helpen zich aan te passen aan de eisen van de voortdurend veranderende arbeidsmarkt.
Daarnaast moeten deze inspanningen deel uitmaken van een globale strategie die zowel de erkenning van bestaande competenties als de toegang tot aangepaste opleidingsprogramma’s omvat. Alleen zo kunnen we structurele barrières op de arbeidsmarkt wegnemen, en ook de meest kwetsbare doelgroepen kansen geven.
[1] het Brussels Observatorium voor werkgelegenheid en opleidingen
[2] Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse perspective.brussels