31 augustus 2017

Industrieplan voor Brussel

De tijd dringt. De industrie trekt weg… In Vlaanderen hebben OPEL Antwerpen (2010) en FORD Genk (2014) hun biezen gepakt. In Wallonië verkozen Arcelor MITTAL (2013) en meer recent CATERPILLAR (2016) het buitenland. En Brussel? Brussel is niet gespaard gebleven: Citroën in Vorst, Nestor Martin in Ganshoren, Côte d’Or aan het Zuidstation, Philip Morris in Elsene… De grote industriële bedrijven hebben geleidelijk het Brussels gewest de rug toegekeerd. Vandaag is het moeilijk te geloven dat ten tijde van de stakingen van 1960-61 Brussel de belangrijkste industriestad van België was in termen van tewerkstelling! In de 19 gemeenten waren ongeveer 166.000 mensen tewerkgesteld in de industrie, tegenover 100.000 in Luik, 87.000 in Antwerpen, 56.000 in Charleroi en 48.0000 in Gent. Deze tijden zijn voorbij. De laatste beschikbare cijfers uit 2013 tellen voor de Brusselse nijverheidsbedrijven hoogstens 19.000 arbeidsplaatsen, ofwel 3% van de Brusselse tewerkstelling (waarvan slechts 1,4% voor arbeiders). Deze vaststellingen hebben het ABVV ertoe aangezet om een ambitieus industrieplan voor ons gewest op de tafel van de Brusselse regering neer te leggen, met als doel een industriebeleid op maat van de 21ste eeuw dat 1) verenigbaar is met de Brusselse veelzijdige realiteit 2) vernieuwend en 3) Keynesiaans is, d.w.z. dat gekoppeld is aan publieke investeringen.

 

Publicaties