28 september 2017

Volksgezondheidsbeleid

De sociale dualisering van de stad is een fenomeen dat zowel de vakbonden als de ziekenfondsen al lang verontrust. De vaststellingen zijn gekend en worden tot vervelens toe, van Armoederapport tot Armoederapport, herhaald:

de massale werkloosheid en de toenemende werkonzekerheid beroven talrijke Brusselaars van de nodige bestaanszekerheid om sereen hun toekomst te plannen;

een derde van de Brusselse bevolking is blootgesteld aan armoederisico’s;

heel wat ontredderde Brusselaars bevinden zich zonder sociale dekking, en vallen buiten de vangnetten van de sociale zekerheid.

De uitsluitingen uit de werkloosheid, de verbanning van werknemers zonder papieren naar de clandestiniteit, de dreiging die weegt op langdurig zieken en de besparingen in de gezondheidszorg verergeren deze grote sociale onveiligheid alleen maar.

Voor de eerstelijnsdiensten is het ploeteren om deze schrijnende situaties die in stijgende lijn zijn, te verhelpen. De bestaande actiemiddelen zijn duidelijk ontoereikend en zelfs onaangepast, al was het maar ten aanzien van de bevolkingsgroei en de diepgaande mutaties in de grootstad. Voor een groot aantal Brusselaars is het meest elementaire recht op gezondheid niet meer ten volle gegarandeerd. En deze grote sociale ongelijkheid schaadt de sociale ontwikkeling van het Gewest.

Door de kaarten binnen de sociale zekerheid te herschudden, riskeert de 6e Staatshervorming de Brusselaars bloot te stellen aan sociale achteruitgang. Maar als wij het willen, kan (en moet) dit een kans zijn die we grijpen om sociale vooruitgang te boeken.

Publicaties